A jaar

Deze site is een tijdelijke oplossing om de preken van Marcel bereikbaar te maken. Klik op een link, om de desbetreffende preek te lezen. (Sorry, de opmaak van de preken is nog niet overal in orde.)
Indien u de preek op een klein scherm wil lezen, komt de preek niet naast, maar onder de reeks linken. U zal dus naar beneden moeten scrollen.

22e ZONDAG DOOR HET JAAR (A)   -   31 augustus en 1 september 2002.

1e lezing: Jeremia 20: 7- 9.
Evangelie: Mattheüs 16: 21 - 27.

Zusters en broeders,

Van de Duitse kunstenaar Ernst Barlach (1870- 1938) herinner ik me een beeld dat de kop van een man voorstelt.  De man houdt een hand achter zijn oorschelp.  Hij is één en al aandacht, één en al concentratie.  Een en al oor.
Wat de mens volgens de Bijbel is, kun je, denk ik, nauwelijks beter weergeven dan met dit beeld.  De mens is een luisteraar.  Hij is zover we weten de enige op de wereld die tot echt luisteren in staat is.  Hij is geroepen om te luisteren naar het woord dat God op verschillende manieren tot hem of tot haar richt.
"Luister, Israel" (Deut. 6:4) zo begint het gebed dat de gelovige Jood elke morgen bidt.
"Zalig zijn zij die naar Gods woord luisteren", zegt Jezus van Nazareth.
En in het evangelie volgens Johannes typeert hij zichzelf als zo'n luisteraar: iemand die naar Gods woord luistert en die van dit woord leeft. (Joh. 4: 34.8:29 ; 12: 49-50)
De inhoud van dat woord van God dat tot hem was gericht, vond hij uitgedrukt in een tekst van de profeet Jesaja, die hij eens heeft voorgelezen in de synagoge van Nazareth:

"De Geest van de Heer rust op mij
omdat hij mij heeft gezalfd.
Hij heeft mij gezonden
om goed nieuws te brengen aan de armen
om de gevangenen vrijheid aan te zeggen
en de blinden het daglicht
om de onderdrukten vrij te laten
en om het jaar van Gods gunst afte kondigen". (Luc. 4: 18-19)

Die boodschap heeft hij uitgedragen. Die opdracht heeft hij uitgevoerd.  In het begin, in Galilea, met succes.  Maar zijn woord, zijn doen en laten, riepen weerstand op.  Vooral bij de mensen die gezagsposities bekleedden.  De oudsten, de priesters, de wetgeleerden.  Bij de zeer vromen, de farizeeën ook.  Ze verdedigden gevestigde posities.  Hij ging daar niet voor achteruit.  De weerstand werd groter, er groeide haat tegen hem.  Wat er met de profeten was gebeurd was hem bekend.  Er zijn er niet veel die op hun bed gestorven zijn.  Er kwam een moment dat hij besefte dat mislukking, lijden en dood ook hem te wachten stonden.
Op dat punt begint het stukje evangelie dat wij zojuist hebben gehoord.
Er staat daar: "Van toen af aan begon hij aan zijn leerlingen te vertellen dat hij naar Jerusalem moest gaan, dat lijden en dood hem daar te wachten stonden, maar ook dat hij zou verrijzen op de derde dag".

Dat lot, dat lijden en die dood heeft hij niet gekozen.  Hij zal er zelfs mee worstelen, tot in die laatste nacht, tot in Getsemane.  Maar het zit vast aan dat woord van God dat tot hem is gericht, en dat hij als zijn persoonlijke opdracht heeft beschouwd.  Daaraan houdt hij vast, daaraan blijft hij trouw, dat blijft hij uitvoeren, onvoorwaardelijk.
Petrus, die zich geen lijdende Messias kan voorstellen, Petrus, aanhankelijk, impulsief en onverstandig wil hem dat uit zijn hoofd praten.  Maar hij beseft niet dat hij daarmee Jezus op zijn ziel trapt.  Hij krijgt van Jezus de meest felle reactie die denkbaar is: hij wordt afgestraft als iemand die met de aartsvijand, met de Satan verwant is.
Daarmee is dan wel duidelijk wat de inhoud zelf van Jezus leven is en wat hij onder geen enkel beding opgeven wil.  Want dat zou hij zijn eigen leven, alles wat aan zijn leven zin en betekenis geeft, verloochenen.  Dan zou hij ophouden een mens van God, een luisteraar te zijn.
Zoals Jezus van Nazareth, zo heeft ook Jeremia dat ervaren: Hoe dat woord van God de inhoud zelf van zijn leven vormt.  Maar ook: hoe daar mislukking, lijden en dood aan vastzitten.  Jeremia heeft er mee geworsteld er onder gekreund als onder een bijna niet te dragen last.  Tegelijkertijd wetend dat dit zin en betekenis aan zijn leven gaf.

In een preek over het evangelie van vandaag vraagt Edward Schillebeeckx zich af:
Wat betekent die boodschap nu voor ons, die geen vervolging en geen marteling hebben te duchten?
Ik denk dat luisterend in het leven staan, luisteren naar het woord van God ook onze opdracht is.  Maar je moet je dan wel realiseren, op welke weg of langs welke wegen dat woord van God tot ons komt.

1.    Ik denk dat er allereerst een algemene weg is, waarlangs God tot ons spreekt.  Een algemene oproep, een algemene opdracht, één die tot alle mensen is gericht en die vanuit het leven zelf naar ons toekomt.
SchiIlebeeckx omschrijft die als volgt:
"Binnen eigen, ook kleinschalige omgeving in alles opkomen voor gerechtigheid en liefde, voor waarheid en goedheid, ook dan als dat ten nadele is van onszelf". (1)

2.     Maar er is nog een andere, een diepere, een meer persoonlijke manier waarop God zich tot ons richt.
Er is een eerste woord van God tot ons, en dat woord zijn wijzelf.  Elke mens is uniek, is onherhaalbaar, heeft zijn of haar eigen aanleg en levensgeschiedenis.  In elke mens ligt ook een gevoel voor waarden dat op een eigen manier gevormd en gekleurd is.  Dat is de kern zelf van ons persoonlijk bestaan.  Daar gaan oproepen van uit die wij niet naast ons neer kunnen leggen.  Anders zouden wij het meest kostbare van onszelf verraden.  Toch kan het ingaan op die oproepen nadeel voor onszelf, lijden en eventueel ook soms gevaar met zich meebrengen.
Dat is dan het kruis, dat aan ons eigen bestaan en aan de trouw aan dit eigene vast zit.  Navolgen van Jezus, de weg gaan die hij gegaan is, dat betekent: het kruis opnemen dat vastzit aan het woord van God dat jij in jouw bestaan beluistert.  Niemand moet naar zijn of haar kruis gaan zoeken.  Dat heeft Jezus van Nazareth ook niet gedaan.  Maar als het duidelijk is geworden dat er gevaar, lijden, schade van allerlei soort vastzitten aan datgene wat jij als je eigen opgave beschouwt, dan mag een mens voor dat lijden niet op de loop gaan.  Anders zou hij zichzelf, zijn leven, zijn ziel of hoe je het ook noemen wilt, verliezen.

Het is wel een erg serieus thema, dat thema van de liturgie van vandaag.  Luisteren naar dat woord van God dat tot een mens is gericht.  Daar trouw aan zijn, ook als het lijden en dood met zich meebrengt.  Maar zoals altijd in het christendom eindigt het opeen positieve noot.
Wie op die manier trouw blijft aan wat het diepste is in zichzelf, hij of zij kan er wel zijn leven bij inschieten, maar zichzelf verliezen doet hij niet.  Hoe riskant die formulering ook is, maar ze is niet van mij ze is evangelisch: Zijn echte leven zal hij redden, hij overwint de dood.
Amen.

Marcel Heyndrikx SVD


(1)     SCHILLEBEECKX Edward : Christen zijn 'totterdood',in: ld.: Evangelie verhalen (Baarn,Nelissen, 1982,246 pp.) pp. 195- 198;p. 198)

© Marcel Heyndrikx - Iedereen mag deze preken en teksten gebruiken mits ze vrij en gratis voor iedereen toegankelijk blijven.