A jaar

Deze site is een tijdelijke oplossing om de preken van Marcel bereikbaar te maken. Klik op een link, om de desbetreffende preek te lezen. (Sorry, de opmaak van de preken is nog niet overal in orde.)
Indien u de preek op een klein scherm wil lezen, komt de preek niet naast, maar onder de reeks linken. U zal dus naar beneden moeten scrollen.

27e ZONDAG DOOR HET JAAR (A)   -   5 en 6 oktober 2002.

1e Lezing: Jesaja 5: 1-7.
Evangelie: Mattheüs 21: 33-43.

Zusters en broeders ,

"I have a dream".  Ik heb een droom.
Op 28 Augustus 1963 sprak de zwarte dominee Martin Luther King die woorden uit vlak voor een grote demonstratie in Washington.  Hij zei: "Ik droom van een dag waarop slaven en vroegere slavenhouders in vriendschap samen aan tafel zullen zitten.

Ik droom van een dag waarop zelfs de staat Mississippi, nu nog boordevol onrecht en verdrukking, zal zijn omgevormd in een oase van vrede en van gerechtigheid.
Ik droom van een dag waarop in Alabama kleine zwarte jongens en zwarte meisjes hand in hand zullen gaan met kleine blanke jongens en meisjes.
Ik heb een droom.

Aan die droom moest ik denken, naar aanleiding van de twee lezingen van vandaag.
Eigenlijk wordt er in die lezingen gezegd dat ook God een droom had.  Hij droomde van een wijngaard die Hij met alle zorg omringd had.  Hij droomde dat die wijngaard nu goede vruchten voort zou brengen.  De profeet Jesaja legt die droom uit.
Die wijngaard, dat is het volk van God.  En de goede vruchten die Hij verwacht zijn: eerlijkheid, waarachtigheid en trouw, daden van gerechtigheid, zorg voor armen en zwakken, inzet voor vrede.
Maar van die twee dromen is er niet zo heel veel in huis gekomen.  Vijf jaar na zijn speech in Washington werd Martin Luther King vermoord. (4 April 1968)

En wat die andere droom, die droom van God betreft: in alle twee de lezingen van vandaag wordt Gods teleurstelling, Gods ontgoocheling uitgesproken: want in plaats van goede vruchten, bracht de wijngaard van God enkel bocht voort.
Waarin die bocht bestaat wordt elders door de profeten uitvoerig uit de doeken gedaan.
De profeet Hosea bv. zegt:

"Er bestaat geen trouw
er is geen vroomheid meer
van God wil men niet meer weten in het land.
Zweren en liegen, moorden, stelen en echtbreuk plegen
zijn schering en inslag
en bloedbad volgt op bloedbad. (Hosea 4: 1-2)

Dat is de bocht die de wijngaard voortbrengt.

In een ander bijbelboek worden de koningen van Israel die na Salomo regeerden opgesomd.  Ze heten Jeroboam, Reachabeam, Abia, Asa, Nadab enzovoort.  Bij negen op de tien van hen wordt er gezegd "Hij deed wat Jahweh mishaagt".  Bij een of ander is er nog aan toegevoegd: "Hij maakte het nog erger dan al zijn voorgangers". (I Koningen 14-16)

Van die droom van God komt er blijkbaar niet zo heel veel terecht in de geschiedenis.  In het gezongen "Lied van de aarde" richt de solist zich tot God en zij zingt:

"Je bent een lieve schat, maar zo naïef"

Zijn de pessimisten dan toen wat ze zelf altijd al beweerd hebben, de enige realisten?
Die droom van God, kunnen Hij en wij die maar beter vergeten?
Er zijn twee of drie dingen, die tegen dat pessimisme pleiten:
1.           
Het eerste is, dat er telkens weer mensen opstaan in wie die droom opnieuw geboren wordt.  Mensen in wier persoonlijk leven die droom althans een begin van verwerkelijking vindt.  Mannen en vrouwen die betrouwbaar, die waarachtig zijn, zich inzetten voor anderen, het ergste leed proberen toch iets te verzachten, mensen die vrede stichten, en met wie het goed is om te leven.  Mensen als Helder Camara bv, Jean Vanier, de man van de Ark gemeenschap, vrouwen als Etty Hillesurn of moeder Teresa.  Ze horen wellicht tot die 36 rechtvaardigen waarvan de joodse legende zegt dat ze in elke generatie voor komen -ze houden de wereld recht.

2.         Het tweede steunpunt voor het geloof in die droom van God komt uit een heel andere hoek.

Zo'n twintig jaar geleden stuurde de redactie van Tijdschrift voor Theologie me af en toe boeken toe, om die in dat tijdschrift te bespreken.

 

Eén van die keren ging het om drie boeken over eenzelfde thema.  Ze handelden alle drie over de dood.  Ze bekeken de dood van verschillende kanten.  Ze stelden er allerlei vragen over.  Ze hadden onderandere een onderzoek gedaan om te achterhalen welke mensen nu eigenlijk het meest tevreden, het meest rustig stierven.  Wat daar uit kwam was merkwaardig.  Het waren mensen, gelovig of niet, die in hun leven kans hadden gezien om hun diepste mogelijkheden te realiseren.  Mensen die trouw waren geweest aan zichzelf, aan hun diepste wezen en die dat in hun daden ook hadden uitgedrukt.  Ze hadden op hun manier -of ze dat nu wisten of niet- iets van die droom van God gerealiseerd.  En dat was hen op het laatste kritieke moment blijkbaar tot steun.  In laatste instantie gaf het leven die droom van God blijkbaar gelijk.

3.         Er is tenslotte nog een derde reden om die droom van God niet los te laten.  In het laatste bijbelboek, de Openbaring van Johannes, wordt er gezegd,dat God zelf zijn droom uiteindelijk zal realiseren, in wat daar wordt genoemd: een nieuwe hemel en een nieuwe aarde,

Er is daar sprake van een stem, die zegt:

"Zie hier Gods woning onder de mensen
Hij zal bij hen wonen
Zij zullen zijn volk zijn, en Hij, God met hen, zal hun God zijn.
Hij zal alle tranen van hun ogen afwissen
en de dood zal niet meer zijn
Geen rouw geen geween, geen smart zal er meer zijn
want al het oude is voorbij
En die op de troon is gezeten sprak:
"Zie, Ik maak alles nieuw". (Openbaring 19: 3-5)

Geloven is: ondanks alle verdenking van naïviteit en van projectie, tegen de bruutheid en barbaarsheid van het leven in, vasthouden dat het laatste woord is aan de droom.  En dat het allerlaatste woord zal zijn: "God zag dat het goed was".
Amen, dat betekent : zo moge het zijn.

 

Marcel Heyndrikx SVD

© Marcel Heyndrikx - Iedereen mag deze preken en teksten gebruiken mits ze vrij en gratis voor iedereen toegankelijk blijven.