C jaar

Deze site is een tijdelijke oplossing om de preken van Marcel bereikbaar te maken. Klik op een link, om de desbetreffende preek te lezen. Sorry, de opmaak van de preken is nog niet overal in orde.
Indien u de preek op een klein scherm wil lezen, komt de preek niet naast, maar onder de reeks linken. U zal dus naar beneden moeten scrollen.

GOEDE VRIJDAG 1994

Zusters en Broeders in Christus,

In 1929 heeft Henry van Straeten een kruisweg gemaakt.
In houtsneden. En de afbeelding die je hier ziet is een vergroting van de eerste statie.
Ik heb er in de voorbije maand dikwijls naar gekeken.
Het eerste wat je opvalt is natuurlijk die zelfverzekerde burger op de voorgrond, Pilatus die zijn handen wast.
Naderhand gaat je aandacht naar Jezus van Nazareth. Hij staat daar in de greep van twee gendarmen. Hij staat daar moederziel alleen. Niemand in zijn buurt. Niemand aan zijn kant.
En zoals Van Straeten hem heeft afgebeeld lijkt het wel alsof hij naar binnen ziet. Als een die zijn leven overschouwt.

Wat hij dan ziet is misschien wel dit: Alleen is hij zijn openbaar leven begonnen. Alleen in de woestijn. En alleen gaat hij het nu ook eindigen. Het heeft veel weg van een fiasco.
Want tussen dat begin en dat einde, is het daartussenin wel ooit anders geweest? Stond hij niet altijd alleen? WIE zou er ooit naast hem gestaan hebben?
-      
Misschien die massa volk die gedurende een tijdje naar hem toegestroomd is?
Zeker, "de mensen schoolden samen als vissen om hem heen." Maar waren ze eigenlijk ooit echt bij hem? Kwamen ze niet veel meer om een wonder te zien? Met zoiets krijg je altijd wel volk bij elkaar. Of kwamen ze niet vooral omwille van het brood dat hij hen te eten had gegeven? Ze zijn zelfs meer dan eens van plan geweest om hem tot koning uit te roepen. Het heeft hem moeite genoeg gekost om er aan te ontsnappen. Maar van zijn boodschap of zijn bedoelingen hebben ze niets begrepen.
Hij heeft ondervonden wat dat was, te midden van een massa mensen alleen te zijn. Moederziel alleen.
-      
Of zijn familie, stond die niet achter hem?
Dat kon hij wel vergeten. Die geneerden zich voor hem. En toen hij het in hun ogen, naar wat ze hoorden zeggen, wat al te bont maakte zijn ze hem gaan zoeken.
Ze wilden hem meenemen naar huis. Want ze zeiden: "Hij is gek geworden".
-      
En dan zijn leerlingen. Die stonden toen achter hem?
Inderdaad, die zijn hem gevolgd. Die hebben daarvoor zelfs alles laten staan. Hij heeft dat gewaardeerd. Hij heeft hen zelfs zijn vrienden genoemd. Maar waren ze echt bij hem?Met de regelmaat van een klok staat er in het evangelie dat ze niet begrepen waar hij het over had. Over datgene wat hem zo intens bezig hield, zijn lijden en zijn dood die hij zag aan komen, kon hij met hen niet praten. Dat wuifden ze gewoon weg. En hij kwam eens tot de ontdekking dat ze achter zijn rug aan het vechten waren over de vraag wie van hen de belangrijkste was. De baas na de baas zogezegd. Ze liepen wel met hem:mee. Maar ze liepen in een ander spoor. Het spoor van hun fantasieën, hun droomwereld over hem. En Jezus van Nazareth is met hen verder getrokken. Naar ook te midden van zijn eigen leerlingen liep hij daar alleen.
Op het meest kritieke moment van zijn leven heeft hij aan twee of drie van hen om hulp gevraagd. Hij vroeg geen heldendaden. Hij vroeg dat ze bij hem zouden blijven, om samen met hem door die donkere nacht te gaan. Maar ja, hoe gaat dat -ze waren moe. En ze zijn in slaap gevallen. Ook in dat uur was hij alleen.
De een heeft hem daarna verraden en de ander heeft hem verloochend en de rest is gevlucht.
Een paar uur later volgde zijn proces. Ook toen is er niemand geweest die zich kwam melden. Niemand kwam zeggen: Die man heeft mij genezen, of: hij heeft mij op het goede spoor gezet. Of :hij heeft mijn kind gered. Niemand. Geen een.
En zo staat hij daar dan nu. In de greep van twee gendarmen. Hij ziet het nog eens allemaal gebeuren. Terwijl Pilatus de komedie van dat proces eindigt met een theatraal gebaar.

Die afbeelding heeft een maand lang op mijn kamer gestaan en ik heb er dikwijls naar gekeken. Wie is die man toch eigenlijk geweest, die Jezus van Nazareth, en hoe kwam hij daar terecht? -       Het meest simplistische antwoord was, dat hij een opstandeling was. Een politieke oproerkraaier. Dat hebben ze Pilatus wijsgemaakt. En daarop is hij veroordeeld. Maar met politiek heeft hij zich nooit bezig gehouden. Hij heeft de Romeinen geen strobreed in de weg gelegd.
-      
Maar wat was hij dan wel?
Om het maar meteen te zeggen: Hij voelde zich een man met een missie, een man met een zending. En die zending had met God te doen. Ze kwam van God en ze ging over God. Hij voelde zich geroepen om mensen de weg naar God te wijzen: een nieuwe weg.
De oude weg naar God liep over de tempel. De tempel was de plaats waar God woonde. Die weg liep over de offers die in de tempel werden gebracht. Over de feesten die daar gevierd werden, en over de vele geboden en verboden die God gegeven had. Daar konden ze hem vinden.
Hij zocht God op de eerste plaats in de mens. Daarmee trok hij de lijn door die bij de profeten al begonnen was. Hij leefde vanuit de overtuiging dat God een God van mensen is. Een God die mensen kostbaar vindt. Hij preekt dat niet alleen, hij maakt dat zichbaar. Die God van hem wordt zichtbaar in zijn daden. Want hij trok zich het lot van mensen aan. De laatsten en de versten hadden voorrang -dat was iets nieuws in de geschiedenis. Hij was op zoek naar wat verloren was. Dat kon een corrupte tolenaar zijn, zoals Zacheüs. Een vrouw die op overspel betrapt was, en die ze met plezier hadden gestenigd. Hij ging geen melaatse uit de weg. Hij raakte ze zelfs aan wat streng verboden was. Want dan werd je zelf ook onrein. Hij geloofde in een God die ook om melaatsen bekommerd was.
Het klinkt allemaal heel mooi en nobel, wie kan daar nu iets tegen hebben?
Maar het bracht hem wel in botsing met de gevestigde godsdienst. En met al wie daarvan leefde.
De oude godsdienst had de tempel en de offers in de tempel heel hoog. Maar hij presteerde het om de kooplui en de geldwisselaars, die met de aankoop van die offers te maken hadden, uit de tempel te gooien. Hij deed zelfs alsof hij boven de tempel stond. Breek hem maar af, zei hij, ik bouw hem in drie dagen weer op. En om te bidden zei hij hoefde je niet perse naar de tempel te gaan. Ze zagen daar een regelrechte aanval in: tegen hun tempel, tegen hun God en tegen hun belangen.
Hij was al eerder met hen in aanvaring gekomen, toen hij op een sabbath een lamme had genezen. Hij zei toen dat de sabbath er was voor de mens en niet de mens voor de sabbath. De weg naar God liep over de mens, bv. over die lamme mens, en niet over de sabbath. Hij onderhield de sabbath wel, maar soms moest de sabbath wijken voor de mens.
Hij had bovendien de godsdienstige machthebbers hun uiterlijk vertoon verweten, hun onwaarachtigheid, hun schijnheiligheid. Hij zei dat God nog liever een schuldbewuste tollenaar had dan zo'n uitgestreken vrome farizeeër die zichzelf stond te bewieroken.
Dat is hen in het verkeerde keelgat geschoten. Genoeg is genoeg en teveel is teveel.·Altijd al geweest.
Ze hebben hem gevangen. Hem bij Pilatus als een politieke oproerling aangeklaagd. Pilatus een beetje in het nauw gedreven.
En die heeft hem toen maar laten kruisigen. Zonder veel scrupules. In de tien jaar dat hij procurator was, van 26-36, heeft hij ongeveer 6000 joden aan een kruis laten slaan. Een meer of minder kwam er niet op aan. Sentimenteel is Pilatus nooit geweest.
Dat was Jezus van Nazareth. En dat was dan het einde.

Het wonderlijke is dat hij en dat zijn visie op God de dood hebben overleefd. Al 20 eeuwen lang. Tot op vandaag. Laat ik me beperken tot twee voorbeelden. Voorbeelden van vandaag.
Het eerste gaat over Rita Süssmuth. Ze is voorzitster van de Duitse Bondsdag, het Duitse parlement. Praktiserend katholiek. Zeer geëngageerd. Maar ze is wel in botsing gekomen met de Duitse bisschoppen. Want ze bepleitte een veel milder standpunt in verband met abortus. Ze kwam vooral op voor vrouwen die soms in gewetensnood geraken.
In een interview heef ze haar positie zo verantwoord: Waar het om gaat is dat de ene mens de ander ter zijde staat. In de lijn van dat op Jezus geïnspireerde woord:
"Ich will nicht dass du allein seist'. Ik wil niet dat jij alleen bent. En daar staat dan Jezus van Nazareth opnieuw. En zijn God die een God van mensen is.

Mijn tweede voorbeeld ligt nog dichter bij huis. Ik ben woensdag met een groep seminaristen door de arme kant van Brussel gewandeld. De kant waar de gebouwen van de EEG, het parlement en het koninklijk paleis niet staan. Niet de bovenkant, de benedenkant. Onze gids was een priester die daar samen met een groepje mensen werkzaam is. Ze proberen vanuit de kerk mensen op te vangen die in nood zijn.
Ze zorgen bv dat die mensen elke middag warm kunnen eten. Voor 80 fr. Maar ieder die blijft eten moet er iets aan bijdragen. Er zijn er die boodschappen doen, twee of drie koken, sommige dekken de tafel of wassen af. Ze leren mensen weer samen werken, samen eten, samen leven. Want dat kenden of konden ze niet meer. Of ze kopen een oud pand. En ze laten die mensen Belgen en vreemdelingen dat samen herstellen, schilderen en opkuisen. En als ze dat klaar hebben kunnen ze daar ook wonen. Ze huren dat tegen een prijs die voor hen betaalbaar is.
Ze maken die mensen ook wegwijs in de papierwinkel van de administratie. Ze doen het niet in hun plaats Ze leren hen hoe ze dat zelf kunnen doen.
Ik dacht aan dat woord van Rita Süssmuth: Ik wil niet dat jij alleen bent.
Zo maken ze daar in die arme buurt van Brussel iets zichtbaar van die Jezus en van die God in wie hij heeft geloofd.
Ik heb daar in Brussel deze week iets gezien dat al van 2000 jaar ver komt. En ik had tegelijk de indruk dat ik de toekomst had gezien. De toekomst van het christendom.

 

Marcel Heyndrikx SVD

© Marcel Heyndrikx - Iedereen mag deze preken en teksten gebruiken mits ze vrij en gratis voor iedereen toegankelijk blijven.