C jaar

Deze site is een tijdelijke oplossing om de preken van Marcel bereikbaar te maken. Klik op een link, om de desbetreffende preek te lezen. Sorry, de opmaak van de preken is nog niet overal in orde.
Indien u de preek op een klein scherm wil lezen, komt de preek niet naast, maar onder de reeks linken. U zal dus naar beneden moeten scrollen.

GOEDE VRIJDAG 2011.

 

 

Zusters en broeders,

 

Er is iets dat Jezus van Nazareth heeft vergezeld.

Iets wat met hem meegegaan is,vanaf het begin van zijn openbaar leven, tot het einde toe.

Hem vergezelde een vraag, deze vraag: 'Wie is die man eigenlijk?'

I.          Zijn leerlingen waren de eersten die er mee op de proppen kwamen. Althans volgens het evangelie van Marcus. Jezus had een storm op het meer gestild. En ze vroegen zich af: 'Wie is deze man toch, dat zelfs wind en water hem gehoorzamen?' (Marcus 4:41)

En daarna zijn het de mensen van zijn dorp. Ze hebben naar hem geluisterd in hun synagoge. En ze vragen zich af: Hoe komt hij aan die kennis? Dat is toch onze timmerman, je weet wel, de zoon van Maria, en de broer van Jacobus en van Judas en Jozef en Simon. En wonen zijn zusters niet hier bij ons? (Marcus 6 :2-3 )

Er kwam een moment dat hij de zaken heeft omgedraaid. In plaats dat anderen die vraag stelden, heeft hij ze toen zelf aan zijn leerlingen gesteld: 'Wie zeggen de mensen dat ik ben? En jullie, wat zeggen jullie daarvan?' (Marcus :8 :27 -29) Later werd het gevaarlijk voor hem toen ook Herodes die vraag ging stellen. Herodes vroeg zich af: 'Wie kan dat zijn over wie ik al die verhalen hoor?' (Lucas 9: 9) En verder dook die vraag ook op tijdens zijn proces. Eerst was het de hogepriester die hem vroeg: 'Ik bezweer u bij de levende God ons te zeggen of gij de Christus zijt, de Zoon van God?' (Matt.26: 63) Daarna was het Pilatus die hem vroeg: 'Zijt gij de koning van de Joden?' (Matt. 27 : 11) Die vraag komt nog eens terug, als hij hangt te sterven aan het kruis. De soldaten verwoorden haar dan als volgt: 'Als gij de koning van de Joden zijt, red dan uzelf'. ( Lucas 23: 37) Zo is die vraag met hem meegegaan, levenslang.

 

II.         Maar gedaan was het daarmee niet. Die vraag is niet weg, nog altijd niet, tot op vandaag. Soms kom je haar zelfs tegen bij iemand bij wie je dat niet zou verwachten. Bij een schilder als Jan Vanriet bijvoorbeeld. Toen het museum voor Schone Kunsten in Antwerpen in 2010 zou gaan sluiten, vanwege restauratie werkzaamheden, mocht Jan Vanriet de laatste tentoonstelling voor de sluiting organiseren. Die tentoonstelling kreeg als titel mee 'Closing time', sluitingstijd. Vanriet heeft toen een keuze gemaakt uit de hele collectie van het museum, en telkens naast het werk van een andere, vaak vele eeuwen oudere schilder, een werk van hemzelf geplaatst. Soms ging het om religieuze werken, meestal niet. Maar één van de religieuze combinaties bestond uit de twee werken waarvan u hier een reproductie ziet. Het éne werk is een werk van de Italiaaanse schilder Antonello da Messina, een Calvarieberg uit 1475 en het andere is een schilderij van Vanriet zelf, uit 2005: drie zwarte nagels op een rode achtergrond.

De verwijzing naar Jezus van Nazareth en de vraag wie hij was, gebeurt hier op een zeer terughoudende manier. De drie nagels roepen iemand op die gekruisigd is. Gekruisigden werden met drie spijkers aan het hout vastgeklonken; één door elke pols, en een derde door de boven elkaar geplaatste benen. Dat de gekruisigde die hier bedoeld is, Jezus van Nazareth is, wordt duidelijk door de keuze van de Calvarieberg van da Messina, waar Vanriet zijn werk mee laat dialogeren. Als je onder dit werk een titel zou moeten zetten, zou dat mijns inziens bij voorbeeld kunnen zijn: 'Jezus van Nazareth de gekruisigde, van op een afstand gezien'. Geen figuren, geen gekruisigde,- niets dan drie spijkers op een bloedrode achtergrond.

Die afstand, is wat mij betreft, zelfs het meest opvallende op dit schilderij van Vanriet. Die afstand geeft namelijk meer weer dan enkel de houding van de schilder, die zichzelf soms atheïst, soms agnostisch noemt. Die afstand heeft namelijk iets symbolisch. Hij typeert de houding van de tijd die de onze is tegenover Jezus van Nazareth.

Die afstand heeft dan wel gradaties.

Hij kan extreem zijn, zoals bij Dimitri Verhulst.

De componist Jozeph Haydn (1732-1809) componeerde voor de liturgie van Goede Vrijdag instrumentale muziek, waarbij hij zich liet inspireren door de 7 laatste zinnen van Jezus aan het kruis. Op verzoek van het Ensor Strijkkwartet schreef Dimitri Verhulst bij elk van die zeven woorden een kort verhaal. Maar de auteur heeft die verhalen helemaal los gemaakt van Jezus van Nazareth. (1) Elk van die 7 zinnen van Jezus koppelt hij vast aan iets wat in deze tijd gebeurt: Bij het woord van Jezus 'Heden zult gij met mij zijn in het paradijs', vertelt hij over een vluchteling, die bijna een veilige eindbestemming heeft bereikt. En bij het woord 'Vrouw, ziedaar uw zoon', vertelt hij over een vrouw die wacht op de treinen uit de concentratiekampen, in de hoop dat haar zoon zich daarop zal bevinden.

Hij combineert de woorden van Jezus met wat die woorden hier en nu voor hem oproepen. Hebben die verhalen voor hem nog iets te maken met Jezus van Nazareth? Het ziet er niet naar uit. De vraag wie Jezus is, wordt hier nauwelijks nog opgeroepen. Wellicht is het enkel nog de compositie van Jozef Haydn, 'Die sieben letzten Worte', waar zijn tekst bij aansluit, die nog naar Jezus van Nazareth verwijst. Dat is typerend voor de tijd die de onze is. Want zelfs bij gelovigen is er een afstand gegroeid, misschien niet zozeer ten opzichte van Jezus van Nazareth als wel met betrekking tot de traditionele gezamenlijke antwoorden die vroeger als vanzelfsprekend werden gegeven. Ook gelovigen zeggen niet meer zo makkelijk als antwoord op de vraag wie Jezus van Nazareth is: Hij is de Godmens, of:Hij is Christus Koning, of: hij is het Heilig Hart. Daardoor is er echter wel weer meer ruimte gekomen voor de vraag: Jezus van Nazareth, wie is dat eigenlijk?

Je krijgt dan in onze tijd misschien als antwoord; iets in deze richting: 'Hij was een mens als wij, want hij is dood gegaan'. (2) Een antwoord dat dan een andere vraag openlaat of zelfs oproept: 'Mag het ook iets meer zijn?'

 

III         Maar hoe of wat? Hoe kom je hiermee verder, hoe kom je voor jezelf aan een antwoord op die vraag: Wie is Jezus van Nazareth?

Nu wordt er in het evangelie volgens Johannes wel een weg gewezen die naar zo'n antwoord leidt. Het is een weg die loopt via de praktijk. Jezus zegt op een bepaald moment: 'Wie mij volgt dwaalt niet rond in de duisternis'. (Joh. 8:12) Als iemand werkelijk probeert, met vallen en opstaan –zoals dat gebruikelijk is onder mensen – de Bergrede als wegwijzer te volgen, als iemand aanvaardt dat Jezus van Nazareth inderdaad aanwezig is in mensen waarvan hij zei: 'Ik was naakt ik had honger; ik was een vreemdeling en ga zo maar door (Matth..25 :35-45) en als hij of zij zich daardoor laat leiden, dan is in die praktijk een antwoord aanwezig op de vraag wie Jezus van Nazareth was en is. Voor wie hem volgen kan op de weg die hij zelf gegaan en gewezen heeft, komt het antwoord hier op neer: Hij is iemand die ons heeft geleerd wat liefde doet. Met in die liefde aan mensen betoond aanwezig: de liefde van God en de liefde tot God. Of iemand dat laatste zelf weet en gelooft of niet. Om het met een zin uit een interview met Walter Zinzen te verwoorden: 'Liefde, het klinkt belegen, maar toch'. (3)

Theoretisch brengt ons dat misschien niet veel verder, en theologische problemen worden er wel nauwelijks mee opgelost. Maar een antwoord op wie Jezus is, dat is het wel. Er zijn nu eenmaal vragen waar het leven zelf een antwoord op geven kan. En om het met een ander citaat te verwoorden: 'Dat moet genoeg zijn'. (4)

Amen.

 

Marcel Heyndrikx SVD.

 

(1)     HOONDERT Martin : Verhulst en het Ensor Strijkkwartet, in Volzin, 26 november 2010, p.34; Dimitri Verhulst en het Ensor Strijkkwartet: De zeven laatste zinnen. S. l.,Contact, 2010, 96 pp.

(2)       OOSTERHUIS Huub : Bid om vrede. Utrecht, Ambo, 1966, p. 90.

(3)     'Liefde, toch ' Interview van Gretel Van den Broek met Walter Zinzen, in De Standaard,11 mei 2004.

(4)       OOSTERHUIS Huub : Bid om vrede, p. 90.

© Marcel Heyndrikx - Iedereen mag deze preken en teksten gebruiken mits ze vrij en gratis voor iedereen toegankelijk blijven.