Deze site is een tijdelijke oplossing om de preken van Marcel
bereikbaar te maken. Klik op een link, om de desbetreffende preek te lezen.
Sorry, de opmaak van de preken is nog lang niet in orde, en
alle preken van Goede Vrijdag staan in het C jaar.
Indien u de preek op een klein scherm wil lezen, komt de preek niet naast, maar onder de reeks
linken. U zal dus naar beneden moeten scrollen.
FEEST VAN ALLERHEILIGEN 2003.
1e lezing: Openbaring van Johannes 7: 2-14.
Evangelie: Mattheüs 5: 1- 12.
Zusters en broeders,
Zaligverklaringen of heiligverklaringen, we hebben ze geregeld meegemaakt in de laatste 25 jaar. Twee weken geleden nog, op Missiezondag, 19 oktober, werd moeder Theresa van Calcutta zalig verklaard. En een paar weken daarvoor, op zondag 5 oktober, werden Arnold Janssen, Jozef Freinademetz en Daniele Comboni heilig verklaard.
Telkens was het de paus die dat deed. Zaligverklaringen en heiligverklaringen, dat zijn dingen die alleen de paus kan doen. Tenminste, zo is dat nu. Zo is dat gegroeid.
Maar zo is dat niet altijd geweest.
De verering van mensen als heiligen, de verklaring dat een vrouw of een man een heilige is, dat komt niet van de top van de kerk. Dat komt van beneden, van de basis. Het waren gewone gelovigen, die de heiligenverering in de kerk hebben binnen gebracht.
Het is al begonnen in de eerste eeuwen na Jezus' dood. Je kunt het je zo voorstellen: Je leeft in de tweede of derde eeuw en je bent een gelovig mens. Je hebt een goeie vriend of vriendin, die op een bepaald moment wordt opgepakt en gevangen gezet. Zij of hij wordt er van beschuldigd tot de sekte van de christenen te behoren, mensen die weigeren de keizer van Rome als een god te aanbidden. Mensen die het gezag ondermijnen dus, staatsgevaarlijk. Men heeft geprobeerd haar of hem op andere gedachten te brengen. Eerst met argumenten, toen dat niet ging met folteringen. Maar die vriend of vriendin van u bleven vasthouden aan hun geloof, hun geloof in de God van Jezus van Nazareth. Je hebt ze niet meer terug gezien. Ze zijn uiteindelijk van kant gemaakt. Gekruisigd, voor de leeuwen gegooid of als een levende fakkel verbrand.
Maar dat geloof van haar of van hem kregen ze niet omver. Vanzelfsprekend was dat niet. Er zijn er genoeg geweest in die tijd die op die manier zijn gevangen gezet. Maar die dan toch maar liever hun geloof hebben opgegeven. Je kunt die mensen makkelijk met stenen gooien, zolang men het bloed onder uw nagels niet heeft uitgehaald. Uw vriend of uw vriendin echter heeft men niet zover gekregen. Die bleven vasthouden aan hun geloof. Is het vreemd dat je naar haar of naar hem blijft opkijken als naar een held of een heldin? Dat je aan hen blijft denken met een zekere verering? Dat je hen ook in uw gebed betrekt?
Er zijn er nog meer in uw gemeenschap die dat doen. Soms worden er bloemen op hun graf gelegd. De verjaardag van hun dood wordt herdacht.
Zo is het gegaan. Zo is de verering van mensen als heiligen begonnen. Daar kwam geen paus aan te pas. Op zijn hoogst speelde de lokale bisschop daarin een rol. Die erkende, die bevestigde dat. Het was iets van de basis, van de gewone gelovigen.
De eerste mensen die op deze manier als heiligen werden vereerd waren martelaren. Helden of heldinnen, heldhaftige gelovigen.
Dat is de omschrijving van een heilige gebleven, tot op vandaag. Een heilige, dat is een heldhaftige gelovige.
Maar niet alle heldhaftige gelovigen zijn martelaren geweest. Toen het christendom in het begin van de 4e eeuw staatsgodsdienst werd, hield de vervolging van de christenen natuurlijk op. Christenen werden niet meer gemarteld omwille van hun geloof.
De heldhaftige inzet van sommige mensen voor het evangelie, voor het Koninkrijk van God of hoe je het noemen wilt, verdween daarmee echter niet. Dat heidendom nam nu twee andere vormen aan.
- Er waren nu mensen die, met hart en ziel en al hun krachten, probeerden in deze wereld het evangelie te beleven. Ze probeerden deze wereld zelf, of toch een stukje ervan, te veranderen, te vermenselijken, te verchristelijken. Typen als moeder Theresa in onze tijd, zeg maar.
- Er waren er ook die zich uit deze wereld terugtrokken. De woestijn in bijvoorbeeld. Of die zich in gemeenschappen, kloostergemeenschappen, bij elkander aansloten. En die daar probeerden op een eigen manier, door niets of niemand afgeleid, het evangelie te beleven. Typen als Charles De Foucauld of Thomas Merton in onze tijd bijvoorbeeld.
En opnieuw waren het mensen die hen gekend hadden, die hen begonnen te vereren na hun dood. Meestal was het zo dat de bisschop of een synode van bisschoppen dat bekrachtigde, daar een goedkeuring aan hechtte. Zo is dat 800 of 900 jaar lang gegaan. Het duurde tot in de 10e of 11e eeuw vooraleer de paus daarbij betrokken werd. En pas in 1234 werd er bepaald dat in het vervolg alleen de paus iemand zalig of heilig verklaren kon. Maar een van de belangrijkste redenen waarom een paus dat deed bleef dat een grote groep mensen daarom vroeg. En ze vroegen er om, omdat ze in die vrouw of in die man iets heldhaftige hadden gezien.
Heldhaftigheid alleen is niet genoeg. Of beter: heldhaftigheid heb je in soorten. Heldhaftigheid kan ook een vorm van bravoure zijn. Heldenmoed kan ook voortkomen uit een drang om jezelf te onderscheiden. Of uit een streven naar macht tot elke prijs. Als men iemand als heilige ging vereren ging het altijd om een christelijke vorm van heldhaftigheid. En dat hield in dat deze heldenmoed met liefde te maken had, door de liefde werd geïnspireerd. Het is nu eenmaal zo, waar je ook in het christendom een schop in de grond steekt, stoot je meteen op de liefde. En als dat niet zo is,dan is er iets mis.
De heilige is de heldhaftige mens. Altijd zo geweest, vanaf de eersten die men als heiligen vereerde, en dat waren de martelaren, tot op vandaag.
Maar die heiligheid, die heldhaftigheid, houdt niet in dat elke heilige beroemd, vereerd of zelfs maar bekend zou zijn. Er zijn ook onbekende heiligen.
Er bestaat in het Jodendom een oude legende, die zegt dat er in elke generatie 36 rechtvaardigen zijn. De rechtvaardige is in het Jodendom de mens die wij de heilige zouden noemen. Die 36 rechtvaardigen zijn zich van hun eigen positie vaak niet eens bewust. Ze kennen elkaar ook niet. Maar ze houden de wereld recht. Dat rechthouden van de wereld zou kunnen betekenen dat ze een dam opwerpen tegen de wanhoop. De wanhoop omdat men de indruk had dat het kwaad in de wereld volkomen de baas was geworden. De rechtvaardige houdt dat tegen, stelt daaraan op zijn vierkante meter, perk en paal.
In het Duitse weekblad "Der Spiegel” van 15 september 2003 stond er een artikel met als titel: "Einer von 36 Gerechten", één van die 36 rechtvaardigen. Het gaat over een Joodse arts, David Applebaum, die in Jeruzalem woonde en daar werkte in de Schaare Zedek kliniek. Men zei van hem dat hij altijd als een van de eersten aanwezig was op de plaats waar een bomaanslag was gepleegd. Niemand, zegt der Spiegel, had zoveel slachtoffers van dit soort aanslagen verzorgd als hij. Hij maakte daarbij geen onderscheid tussen Jood en niet Jood, omdat hij in een milieu dat van haat doortrokken was, was blijven geloven in de gelijkheid van alle mensen.
Op de avond voor het huwelijk van een van zijn 5 kinderen, zat hij met zijn dochter in het Hillel hotel in Jeruzalem. Vlak voor dat hotel had toen een bomaanslag plaats. Vader en dochter waren op slag dood. Hun lichamen waren zo verminkt, dat het moeite kostte om hen nog te identificeren. Zijn aanstaande schoonzoon zei toen: "Nu geloof ik niet meer in de vrede". Zijn oudste zoon Nathan zei: "Ik denk dat vader één van die 36 rechtvaardigen was".
Heiligen zijn heldhaftige figuren. Vrouwen, mannen, die geïnspireerd, gedragen door de liefde, tot grote dingen in staat waren. Soms raakten ze bekend en worden ze vereerd. Niet altijd. Er zijn ook onbekende heiligen, onbekende helden en heldinnen. Ik vermoed zelfs dat die in de meerderheid zijn.
We vieren ze vandaag allemaal: de bekende en de onbekende, de grote en de kleine, de beroemde en de naamloze.
Want voor of achter de coulissen, ze hielden en ze houden de wereld recht.
Amen.
Marcel Heyndrikx SVD
© Marcel Heyndrikx - Iedereen mag deze preken en teksten gebruiken mits ze vrij en gratis voor iedereen toegankelijk blijven.