Deze site is een tijdelijke oplossing om de preken van Marcel
bereikbaar te maken. Klik op een link, om de desbetreffende preek te lezen.
Sorry, de opmaak van de preken is nog lang niet in orde, en
alle preken van Goede Vrijdag staan in het C jaar.
Indien u de preek op een klein scherm wil lezen, komt de preek niet naast, maar onder de reeks
linken. U zal dus naar beneden moeten scrollen.
FEEST VAN ALLERHEILIGEN 2012 - AL DE HEILIGEN.
Apoc. 7:2-4 . 9-14.
Zusters en broeders,
I. 'Nieuw': het zou de moeite waard zijn, lijkt me, om eens te noteren hoe dikwijls je dat woord tegenkomt. Bijvoorbeeld in de reclameboodschappen op radio en TV. 'Nieuw': Het kan dan gaan om een nieuw wasmiddel, een nieuw boek, een nieuwe bank, een nieuwe auto, een nieuwe mode, enz. Maar evengoed om een nieuwe politieke partij, een nieuwe vorm van onderwijs, een nieuwe job, een nieuwe economie.
Het woord 'nieuw' fascineert ons. Het schijnt aan te sluiten bij een soort verwachting die wel erg diep zit. Het lijkt op zoiets als de verwachting van een nieuwe maatschappij, een nieuwe wereld, een nieuwe tijd, een beter leven.
II. Met die droom van een beter leven kun je eigenlijk twee kanten op. Je kunt dat beter leven meer zoeken in de buitenwereld, in een betere job, een beter salaris, betere politieke en sociale structuren vooral.
Maar er zijn ook altijd mensen geweest die er van overtuigd waren dat die betere wereld allereerst moest tot stand komen binnenin de mens zelf: een betere mens was nodig, iemand met meer aandacht voor de dingen waar het echt om gaat: liefde, goedheid, mededogen, zorg voor de mens in nood.
Ik weet niet of je er ooit hebt bij stil gestaan -maar bijna nergens is die verwachting van een nieuwe wereld en een nieuwe tijd zo sterk en zo alom tegenwoordig als in de boeken van de Bijbel. Aan die menselijke droom van een nieuwe wereld voegt de Bijbel nog iets toe dat niet onbelangrijk is: de Bijbel voegt er aan toe dat die nieuwe wereld er ook komen zal.
In de Hebreeuwse Bijbel, in het eerste of het oude testament zijn die twee dromen, de droom over een betere buitenwereld en de droom over een nieuwe wereld die van binnen zit, allebei aanwezig. Ze lopen er wat door elkaar. De eerste droom belooft aan het volk van Israël de komst van een wereld die allereerst en in hoofdzaak BUITEN de mens is gesitueerd. Hij bestaat uit de belofte van een nieuw zelfstandig koninkrijk voor Israël, met een nieuwe koning, in de lijn van David, een nieuwe ideale vorst, de Messias, die een tijd van overvloed en van vrede met zich mee zal brengen. (Ezechiël 37:15-27) Maar tegelijkertijd en daar doorheen is er ook die andere belofte van een nieuwe toekomst die veeleer IN DE MENS gesitueerd wordt: de komst van een nieuwe mens, een mens met een nieuwe geest, een nieuw hart, iemand die leeft binnen een nieuw verbond met God. (Jeremia 31: 31-34)
III. Als Jezus van Nazareth optreedt, noemen de mensen hem een profeet. Maar een duidelijk verschil is wel dat hij niet zoals de vroegere profeten een nieuwe wereld in de toekomst belooft, maar zegt dat die nieuwe wereld er nu staat aan te komen: 'De tijd is vervuld en het koninkrijk van God is nu nabij'. (Marcus 1: 15)
Zijn toehoorders tot en met zijn leerlingen verstaan zijn woorden als het ophanden zijn van een nieuwe wereld en een nieuwe tijd waarbij de vernieuwing vooral aan de buitenkant gesitueerd is: bevrijding van de Romeinen, herstel van het zelfstandig koninkrijk van Israël, met een eigen koning, die wat hen betreft Jezus van Nazareth mag heten. Met een welvaart zoals nog nooit gezien en vrede, aan alle oorlogen voorbij.
Jezus van Nazareth echter heeft het over de komst van een nieuwe wereld die in het hart zelf van de mens gesitueerd is. Vandaar dat hij aan de boodschap dat de komst van Gods koninkrijk nabij is onmiddellijk toevoegt: 'Bekeert u, en gelooft in mijn boodschap over dat Koninkrijk van God'. (Marcus 1 :15) Dat het hem gaat om een nieuwe wereld die van binnen in de mens gesitueerd is blijkt wel uit de inhoud van de zaligsprekingen, (Matt. 5:1-12) over wat hij zegt met betrekking tot het grootste en eerste gebod (Marcus 12 :28-34) en over wat hij ziet als de inhoud van Gods Koninkrijk. Een inhoud die neerkomt op een nieuwe door God geïnspireerde samenleving gebouwd op gerechtigheid, barmhartigheid en dienstbaarheid.
Zijn toehoorders hielden echter krampachtig vast aan de droom van het Koninkrijk van God zoals zij dat zagen: de wereld buiten hen moest veranderen. Dat wordt aanschouwelijk samengevat in een verhaal uit een latere tijd over een rabbi aan wie men verteld had dat de Messias was gekomen, en dat de beloofde toekomst dus was aangebroken. De man ging bij het raam staan, keek naar buiten en zei 'Ik zie geen verandering'.
Wat er met Jezus van Nazareth en met zijn droom is gebeurd is bekend: er is daar letterlijk en figuurlijk een kruis over gemaakt. Daar is dan een begrafenis op gevolgd. De begrafenis van een mens, samen met de begrafenis van zijn droom.
Maar waar noch Pilatus noch de Joodse overheden op gerekend hadden was dat noch hij zelf noch zijn droom werden vernietigd. Er zijn mensen geweest al die eeuwen door en ze zijn er nog die in Jezus van Nazareth en in zijn droom zijn blijven geloven. Ze houden het er op dat in hem een nieuwe wereld zelfs al is begonnen.
Ze blijven hem gedenken. Om dat geloof in hem in henzelf en in hun gemeenschap levend te houden komen ze samen, vieren ze samen eucharistie.
Die viering van zijn gedachtenis omvat eigenlijk twee elementen:
1° Er is daar een belijdenis in aanwezig. De belijdenis dat die nieuwe wereld die wij verwachten allereerst moet worden gezocht waar Jezus zelf haar situeerde: in de mens en in de gemeenschap van de mensen.
2° Behalve een belijdenis zit er in die eucharistieviering nog iets anders: die nieuwe wereld zoals die in Jezus naderbij is gekomen, wordt in die viering ook aanwezig gesteld:
Een aanwezigheid die plaats vindt in het woord dat wordt verkondigd. Een woord dat zijn woord is, een woord van hem en over hem.
Een aanwezigheid die verder tot stand komt in de tekenen van brood en wijn, die zijn lichaam en zijn bloed zijn, dat wil zeggen zijn hele persoon. Hijzelf, zijn woord en zijn brood, die zijn voedsel voor ons. Bedoeld om ons te sterken, om ons in te zetten voor datgene waar hij zelf zich voor ingezet heeft: de uitbouw van Gods Koninkrijk dat wil zeggen van een door God geïnspireerde samenleving gebaseerd op gerechtigheid, barmhartigheid en dienstbaarheid. Alle christelijke liturgie loopt uit op dit soort inzet. Op zoiets als een 'missio' dat betekent zending (het woord mis komt daar vandaan). Een betere wereld is al aanwezig onder ons, en wat de verdere uitbouw ervan betreft is het werk aan ons. Elke eucharistieviering loopt uit op een geroepen en gezonden worden. Op een met Gods zegen op weg gestuurd worden. In de richting die ons is gewezen. Er zijn er die dat deden, die deze weg zijn gegaan. Alle christenen doen of althans proberen het wel een beetje. Er zijn er echter ook die het deden, sommigen van hen met een ruwe radicaliteit, maar allen die tot die groep behoren met een merkwaardige consequentie. Ze hebben een spoor getrokken. In wie ze waren en in wat ze deden zit er iets van bemoediging, soms ook van troost. Misschien was het daarom dat iemand die een boek schreef over hen aan dat boek de titel meegaf 'Wij zijn de eersten niet'. (1)
Op deze mensen zou je wellicht de tekst van Jesaja kunnen toepassen:
'Blijf niet staren op wat vroeger was,
sta niet stil bij het verleden.
Zie, zegt de Eeuwige, Ik ga iets nieuws beginnen
het is al ontloken, bemerkt gij het niet?' (Jesaja 43:18-19).
Van dat nieuwe begin valt er inderdaad iets te zien. Je kunt het zien in dit soort mensen.
Je kunt het zien in mensen die wij heiligen noemen. Mensen die wij vandaag vieren, eerstelingen van een nieuwe oogst.
Amen.
Marcel Heyndrikx SVD
(1) SCHUMAN Nic: Wij zijn de eersten niet. Teksten tussen hoop en vrees en een nieuwe getuigenkalender. Delft, Meinema, 1985, 120 pp.
© Marcel Heyndrikx - Iedereen mag deze preken en teksten gebruiken mits ze vrij en gratis voor iedereen toegankelijk blijven.