Feesten

Deze site is een tijdelijke oplossing om de preken van Marcel bereikbaar te maken. Klik op een link, om de desbetreffende preek te lezen. Sorry, de opmaak van de preken is nog lang niet in orde, en alle preken van Goede Vrijdag staan in het C jaar.
Indien u de preek op een klein scherm wil lezen, komt de preek niet naast, maar onder de reeks linken. U zal dus naar beneden moeten scrollen.

KERSTMIS  -  24 en 25 december 2007.

 Jesaja 9 : 1 - 6.
Lucas 2 : 1 - 14.

Zusters en broeders,

Een Vlaamse hulpbisschop zou op een bepaalde dag voorgaan in een dienst in de kathedraal.  De plechtigheid was nogal belangrijk en er was veel volk op de been.  De bisschop reed daar naartoe op de fiets.  Hij deed dat wel eens meer.  Maar toen hij aan de ingang van de kerk kwam, hielden de mensen van de ordedienst hem tegen.  Ze zeiden: 'Mijnheer, ge kunt hier niet door.  De bisschop kan alle minuten gaan komen.  Opzij en doorrijden'.  En de bisschop ging op zij en hij reed door.  Hij ging de kathedraal binnen langs de achterkant, langs de sacristie.  Ze hadden in de kerk de bisschop wel verwacht natuurlijk.  Zijn komst was aangekondigd.  Maar ze hadden hem niet langs daar verwacht en niet op die manier.

Zoiets, iets in dien aard, is er met Kerstmis ook gebeurd.

Dat God naar de mensen toe zou komen, in iemand die een Messias, een redder van mensen zou zijn -dat werd door het Joodse volk al eeuwenlang verwacht.  Maar niet zoals het met Kerstmis is gegaan, niet langs die weg, niet op die manier.
Aan de manier waarop God in Jezus van Nazareth met Kerstmis onze wereld is binnengekomen zitten er minstens twee vreemde kanten vast.

1.    Dat begint al hier mee: God komt in Jezus van Nazareth deze wereld binnen zonder klaroengeschal, zonder ontvangstcomité, zonder enige plechtigheid.  Hij is gekomen als iemand die gewoon in de rij is gaan staan.  In die onnoemelijk lange rij van mensen.  Gewoon een mens, een gewone mens.
Weet u wat het verschil is tussen een mens die belangrijk is en een gewone mens.
Van een mens die belangrijk was in de geschiedenis weet je meestal precies wanneer hij is geboren.  Alexander de Grote bv. geboren in 356 voor Christus.  Julius Caesar: 100 voor Christus.  Socrates, 469 voor Christus.
Van Jezus van Nazareth weten we niet precies wanneer hij is geboren en wij kennen ook niet precies het jaar van zijn dood.  Geen enkele geschiedschrijver heeft dat opgetekend.  De evangelisten deden dat ook niet: die waren dààr niet in geïnteresseerd.
Pas 500 jaar later, om precies te zijn in 526 heeft een abt die in Rome verbleef, Dionysius Exiguus, het jaar van Jezus' geboorte uitgerekend.  Men is daarna de jaren ook gaan tellen, te beginnen met het jaar waarin Jezus geboren is.  Maar nu is het meest waarschijnlijke dat abt Dionysius zich een jaar of 5 heeft vergist.  Zo heel precies weten ook wij het niet.  Daarin was Jezus dus een gewone mens.
Overigens, ook over de eerste dertig jaar van zijn leven is ons zo goed als niets bekend.  Hij is natuurlijk besneden, zoals alle joodse jongetjes.  Hij ging op de sabbath naar de synagoge, zoals Jan en alleman.  Hij trok geregeld met zijn familie mee op bedevaart naar Jeruzalem.  Dat hoorde er ook bij.  Het enige wat er over die dertig jaar verteld wordt over hem is dat hij bij gelegenheid van zo'n bedevaart in Jeruzalem is achter gebleven, op zijn eentje, in de tempel.  En zijn ouders wisten van niks.  Ze zijn hem toen een paar dagen kwijt geweest.  De verklaring die hij hen achteraf gegeven heeft verstonden ze niet.  Maar ik zou de ouders de kost niet willen geven, die op een bepaald moment één van hun kinderen niet verstaan.
Hij was een mens, een gewone mens.  Hij kende de vreugde van een mensenleven.  Hij hield van bloemen, van vogels en van kinderen.  Hij heeft pijn geleden.  Hij heeft over Jeruzalem geweend.  Hij weende ook toen een vriend van hem, Lazarus,was gestorven.  Hij is soms kwaad geworden.  Hij kon geen onrecht zien, en tegen schijnheiligheid is hij fel tekeer gegaan.  Hij heeft geleden en hij is gestorven.  Een dichter zegt over hem: 'Hij was een mens als wij, want hij is dood gegaan' (OOSTERHUIS H.: Bid om vrede, p. 90).
Hij is in de rij gaan staan, in de rij van ons, mensen.

2.    Daar moet nog iets worden aan toegevoegd; Hij is van achter in die rij gaan staan.
Dat begint al bij zijn geboorte.  Er wordt over hem verteld dat hij is geboren onderweg, zegt de evangelist.  Hij is op de wereld gekomen in een grot of in een stal.  Hij is geboren in den vreemde; zoals een kind van vluchtelingen geboren wordt.  Er gaan verhalen over hem dat hij al heel vlug op de vlucht moest gaan…Hij was een mens op wie er jacht werd gemaakt.  En hij sterft de dood van één die is uitgestoten.  De dood van een veroordeelde.
Als één die van achter in de rij stond, zo is hij geboren.  Zo is hij ook gestorven.  Hij sterft de dood van één die uit de maatschappij gestoten is.  Op een heuvel buiten de stad.  In slecht gezelschap.  In het gezelschap van twee moordenaars.
Zijn leven lang had hij trouwens dat soort mensen opge­zocht.  Blinden, kreupelen, lammen.  Ze zouden die ziekte wel aan zichzelf te danken hebben, dacht men. Melaat­sen, die uit de gemeenschap waren gestoten.  Je mocht er niet mee in aanraking komen, anders was je zelf ook onrein.  En dan nog de zondaressen, en de collabora­teurs, die rijk werden van de belastingen die ze voor de Romeinse bezetter inden.
Hij is bij de laatsten in de rij gaan staan.

3.    Allemaal goed en wel, maar wat heeft dat nu eigenlijk te betekenen?
Die uitleg heeft hij zelf gegeven.
Hij zei dat hij was gekomen om mensen te redden.  Om te zoeken en te redden wat verloren was.  Een redder, zo wordt hij aangekondigd.  Er is vandaag een redder geboren, zeiden de engelen tot de herders.
Wat hield dat eigenlijk in, waarin bestond dat dan die redding?
Weet u, één van de mooiste dingen die ik op het gebied van de liefde ooit heb gehoord, is deze zin: 'Ik ben toch zo graag bij u'.  Aan die van achter in de rij stonden heeft hij laten zien dat hij toch zo graag bij hen was.
Er is tenminste eens in hun leven iemand geweest die niet op hen neerzag; één die graag bij hen was.  Daardoor heeft hij hen aan zichzelf terug gegeven.  Omdat er één was, die hen de moeite waard vond, zijn ze opnieuw in zichzelf gaan geloven.  Ze konden opnieuw geloven dat ze misschien toch niet helemaal waardeloos waren.  Hij is niet voor niets van achter in de rij gaan staan.  Hij heeft willen tonen -zeggen is één ding, tonen is nog iets anders- dat zijn God en hun God hen niet had afgeschreven.  Ze hebben dat meegemaakt, ze hebben dat ondervonden.  Gods liefde heeft zich in hem geopenbaard.  Zo heeft hij mensen gered.

 Een andere reden waarom wij na 2000 jaar zijn geboorte nog herdenken, zijn geboorte zelfs nog vieren -een andere reden zou ik niet weten.
Omdat mensen voor hem de moeite waard waren -de meest bedreigden zelfs nog eerst -daarom is hij in de rij gaan staan -helemaal achteraan.
Kerstmis betekent: zo was hij dus, en dat heeft hij gedaan.
Kerstmis 2007 betekent voor wie in hem geloven: en nu is het aan ons.

Ik wens u een zalig Kerstfeest toe, een kerstfeest dat u en de mensen rondom u tot zegen mag zijn.  Amen.

Marcel Heyndrikx SVD

 

 

 

© Marcel Heyndrikx - Iedereen mag deze preken en teksten gebruiken mits ze vrij en gratis voor iedereen toegankelijk blijven.