Feesten

Deze site is een tijdelijke oplossing om de preken van Marcel bereikbaar te maken. Klik op een link, om de desbetreffende preek te lezen. Sorry, de opmaak van de preken is nog lang niet in orde, en alle preken van Goede Vrijdag staan in het C jaar.
Indien u de preek op een klein scherm wil lezen, komt de preek niet naast, maar onder de reeks linken. U zal dus naar beneden moeten scrollen.

PINKSTEREN  -  2 en 3 juni 2001

 1e lezing: Hand. 2: 1-11
Evangelie: Johan. 20: 19-23

Zusters en broeders ,

 Er is een vraag waar ik niet alle dagen mee bezig ben, maar die toch na verloop van tijd geregeld bij mij weer naar boven komt.  Meestal in deze periode van het jaar, meestal rond Pinksteren.  Ik vraag me dan af: de H. Geest, wie of wat is dat eigenlijk?  Waar moet je die zoeken?  Waar krijg je eventueel iets van hem of van haar te zien?
Ik heb ondertussen geleerd dat er daarop een eerste antwoord bestaat, dat heel duidelijk is.  Dat antwoord luidt als volgt: Kijk maar in de H. Schrift daar kom je hem onmiddellijk tegen.  En inderdaad, het is meteen raak: Je vindt hem al op de eerste bladzijde van het eerste bijbelboek.  Dat eerste boek van de bijbel is het boek van de schepping.  Daar staat geschreven: Voor de wereld bestond was de Geest er al. Hij zweefde boven de afgrond, boven de chaos.  Met Hem is alles begonnen.  Het is de Geest, de Geest van God die alles geschapen heeft.
En Hij blijft aan het werk, heel de geschiedenis door.  Je vindt de Geest dan ook terug in alle bijbelboeken.  Hij is er, tot op de laatste bladzijde van het laatste bijbelboek.  Dat laatste boek van de bijbel is de openbaring van Johannes, de Apocalyps.  Op de laatste bladzijde van dat boek staat er geschreven: De bruid (dat is de kerkgemeenschap) en de Geest zeggen: Kom Heer Jezus (Openb. 22:17).
Wanneer je al die Bijbelteksten op een rijtje zet, zie je onder andere het volgende naar voren komen: De Geest is altijd daar aanwezig waar er iets nieuws begint: Hij is er, bij het begin van alle leven, als de schepping tot stand wordt gebracht.  Hij is aanwezig in Mozes, als die Israel door de woestijn naar een eigen land geleidt en zo voor zijn volk een nieuwe toekomst opent.
Hij spreekt door de profeten, om het volk op te roepen tot een vernieuwing van religieus leven.
Hij staat aan het begin van het leven van Jezus van Nazareth.  Van zijn moeder wordt er immers gezegd dat ze haar kind heeft ontvangen van de H. Geest.
Hij treedt opnieuw naar voren, als Jezus zijn openbaar leven begint: Hij daalt dan op Jezus neer bij zijn doopsel in de Jordaan.
Hij verschijnt in tongen van vuur, op Pinksteren, wanneer de jonge kerk haar zending in de wereld begint.
Hij is het ook die de kerk er toe aanzet, om ook niet- joodse mensen op te nemen.
En Hij spoort de kerk van Antiochië aan, om Paulus en Barnabas uit te zenden als missionarissen naar de heidenen.
Op de vraag: Waar is de H. Geest te vinden, is het eerste antwoord: je vindt hem in de H. Schrift. En als je je afvraagt wat de Geest dan doet, wordt er gezegd: Hij is het die nieuw leven schenkt.
Dat antwoord is duidelijk, maar helemaal bevredigend is het niet.  Want wat wij eigenlijk wilden weten is dit: Waar is die Geest aanwezig, niet alleen in het verleden, niet alleen in een of ander boek, ook al is dat dan een bijbelboek, maar: waar is die Geest aanwezig, hier en nu, onder ons, in onze wereld?

Daar kan de Bijbel ons natuurlijk geen antwoord op geven.  Want het laatste bijbelboek werd al meer dan 1800 jaar geleden geschreven.  Maar de bijbel toont ons wel de weg.  Hij wijst ons de richting aan, waarin we de Geest moeten zoeken.  Als Hij immers in de Bijbel telkens weer verschijnt als degene die nieuw leven geeft, dan zullen we Hem ook nu moeten zoeken daar waar nieuw leven tot stand komt.
Niet gelijk welke soort van leven, maar een leven dat wordt gekenmerkt door liefde, vreugde en vrede.  Want, zegt Paulus, wat de Geest doet groeien en rijpen is liefde, vrede en vreugde. (GaI. 5: 22-23)
Als je zo onze wereld bekijkt, als je kijkt naar plaatsen waar zo'n soort nieuw leven begint, dan zie je inderdaad iets van de Geest naar voren komen.
Wat me dan spontaan te binnen schiet is een bericht van een kleine maand geleden.  Er werd toen op de radio gezegd dat er in het Oosten van Congo 5 mensen van een hulporganisatie waren vermoord.  Het was niet zozeer het feit dat ze vermoord zijn, dat me iets deed.  In dat gebied zijn er al tienduizenden mensen omgebracht.  Wat me verbaasde was: dat ze daar waren.  Van huis vertrokken om in een oorlogsgebied hulp te gaan bieden aan gewone mensen, aan gewonde, zieke hongerige mensen.  In die chaotische situatie lieten ze aan die mensen zien dat ze niet volkomen aan hun lot waren overgelaten.  Hun aanwezigheid te midden van die mensen moet zoiets geweest zijn als een stukje licht in die gruwelijke duisternis, een belofte van iets anders, van een ander leven.  Hoe breekbaar en hoe kwetsbaar ook, in die 5 mensen was iets aanwezig van de Geest.
Of neem nu dokter Vermeire, die in de tweede helft van zijn leven op rust moet gaan in de Ardennen en daar onder de indruk komt van de manier van leven van een kleine dorps pastoor.  En die daar naar de preek van die man gaat luisteren, en getroffen wordt door een kruisbeeld en aan zijn leven een andere richting geeft.  Er begint in hem iets nieuws, en hij maakt ook zelf een nieuw begin: hij sticht de Poverello, een plek waar mensen i n nood terecht kunnen.  lk denk dat de Geest daar toch ook voor iets tussen zit
Of neem een ander voorbeeld. Neem paus Johannes Paulus II die in godsdienstige zaken conservatief is, maar die tenminste op één terrein iets nieuws heeft tot stand gebracht, en nog wel op zijn oude dag: Hij heeft vergiffenis gevraagd voor datgene wat gelovigen van zijn kerk andere mensen hebben aangedaan.  Hij deed dat op de eerste zondag van de veertigdagentijd, vorig jaar, hij deed het opnieuw in maart, toen hij in Jerusalem was, en hij deed het ook onlangs in Griekenland, ten opzichte van de gelovigen van de oosters-orthodoxe kerk.  Dat was nieuw.  Dat heeft een paus op die intense manier en ten opzichte van zoveel verschillende groepen van mensen nog nooit eerder gedaan.  Daarin is, denk ik, de Geest aan het werk.
Dat werk van de Geest, dat nieuw begin dat door hem wordt gemaakt, hoeft overigens niet altijd zo spectaculair te zijn.
Ik denk aan iemand die de 80 al een heel eind voorbij is, en die wordt geconfronteerd met een heel stel kwalen en kwaaltjes van haar leeftijd.  Ze is maar moeilijk meer te been.  Ze heeft moeite met het bewaren van haar evenwicht en ze wordt stilaan blind.  Ze kan geen krant meer lezen en breien gaat ook niet meer.  Het leven verliest zijn smaak.  Ik heb gezien hoe ze daarover is gaan treuren.  Je kunt ook moeilijk iets anders verwachten.  Maar na verloop van tijd heeft ze geleerd om meer naar de radio te luisteren.  Ze heeft nog een goed geheugen, en ze had nu weer stof om over te vertellen.  Mensen in het bejaardenhuis zoeken haar nogal eens op want ze kan luisteren.  En het mag voor haar ook meer dan één keer hetzelfde verhaal zijn.  Ze luistert naar de mens achter dat verhaal.  Je ziet haar als het ware langzaam overeind komen.  In al haar gebrekkigheid merk je toch iets van een bescheiden nieuwe begin.  Ik denk dat de Geest ook in haar aan het werk is.  Hij werkt wel eens meer in tijden waarin een mens niets nieuws meer verwachten kan.  Neem nu bv Felix Timmermans.  Vlak na de oorlog wordt hij ten onrechte getroffen door de repressie. (Hij was trouwens de enige niet )  Hij maakt dan een hele zware tijd door.  Maar precies in die periode komt er ook iets nieuws in zijn leven naar voren.  Hij spreekt zelf van "een tijd, waarin men naar binnen ziet".  Hij schrijft religieuze gedichten die gebundeld worden in Adagio.  Ondanks de donkerte van die tijd tref je daarin iets aan dat nieuw is, zowel in zijn leven als in zijn werk.  Eén van die gedichten gaat over de H. Geest.  De man die op dat moment door heel wat kennissen en vroegere vrienden wordt in de steek gelaten, ervaart nu een diepere verbondenheid met mensen, omdat de Geest in ons allen aan het werk is

"De Geest waait waar hij wil
en staat nooit stil
nu eens bij u, dan bij een ander.
Waarom bezien wij zo elkander?
Zie ,wat bij u is, is bij mij.
't Komt uit hetzelfde klaar getij
gelijk de waatren van de beken
zich voeden aan dezelfde stroom
of uit dezelfde bronnen breken". (1)

In een mens die vereenzaamd, verzuurd en verbitterd had kunnen worden, kwam er in de laatste jaren van zijn leven nog een nieuw begin tot stand.
Als je eenmaal weet waar je hem zoeken moet, ben je op die aanwezigheid van de Geest onder ons, nog niet zo gauw uitgekeken.
En misschien vindt u het maar een vreemd slot voor een Plnksterpreek, maar ik wou het u toch graag meegeven -je weet nl. nooit of er niet iemand is die het nodig heeft.  Misschien is de Geest op die manier wel degene die ons in laatste instantie -in de allerlaatste instantie-
vanwege zijn aanwezigheid in de wereld voor wanhoop of cynisme bewaren kan.

Amen.

Marcel Heyndrikx SVD

 

(1)       TIMMERMANS Felix: Adagio. Amsterdam, van Kampen, z.j., 39 pp., p. 22.

 

© Marcel Heyndrikx - Iedereen mag deze preken en teksten gebruiken mits ze vrij en gratis voor iedereen toegankelijk blijven.